In Nederland zijn zo’n 28.000 jagers, allen in bezit van een jachtakte. Zo’n jachtakte wordt aangevraagd bij de politie. De politie geeft alleen een jachtakte af als de aanvrager:
- minstens 18 jaar is;
- het jachtexamen gehaald heeft;
- WA-verzekerd is;
- kan aantonen dat hij de mogelijk heeft om deel te nemen aan jachtbeheer en/of schadebestrijding in Nederland;
- geen strafblad heeft.
Het jachtdiploma is te halen na de jachtcursus, die ongeveer een jaar duurt. De cursus wordt gegeven door de Stichting Jachtopleidingen Nederland (SJN) en de NederlandseOrganisatie voor jacht en Grondbeheer (NOJG). De cursus bestaat uit een theorie deel en drie praktijk onderdelen, waarbij de veilige omgang met het geweer erg belangrijk is.
Jagers hebben een uitgebreide kennis van de Nederlandse natuur. In Nederland mag op zes wildsoorten worden gejaagd:
- konijn;
- haas;
- fazant;
- wilde eend;
- houtduif;
- partijs (jacht is gesloten).
Voor deze dieren geldt een jachtseizoen.
Daarnaast worden jagers ook ingeschakeld voor het beheer van grote hoefdieren:
- reeën;
- edelherten;
- damherten;
- wilde zwijnen.
Deze dieren kennen in Nederland geen natuurlijke vijanden. Jagers worden ingeschakeld om de populaties te beheren.
Het optreden van jagers wordt ook gevraagd bij (dreigende) landbouwschade. Dit kan veroorzaakt worden door de wildsoorten, maar ook door dieren die in principe gedurende het hele jaar beschermd zijn, zoals bijvoorbeeld:
- knobbelzwanen;
- meerkoeten;
- ganzen;
- vossen.
Voor meer informatie over jacht: bezoek de website van de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging